Valuas en de Vrouw

Zo zagen de stadsreuzen er rond 1750 uit

In 1754 gaf de Venlose drukker Henricus Korsten twee boekjes in het Nederlands en in het Latijn uit die de reuzen een nieuwe bestaansgrond verschaften. Hun inhoud is nagenoeg identiek.
De auteur was anoniem en noemde zich een Keulse priester "meester in de wijsbegeerte".
Hierin werd de legende van Valuas en de vrouw en de stichting van Venlo uit de doeken gedaan. Zij zouden geleefd hebben in het begin van onze jaartelling. Valuas was "hoofdman der Bructeren", een Germaanse stam woonachtig op de rechteroever van de Rijn.
 
Na een verloren oorlog trokken Valuas, zijn vrouw en de stam naar het westen.Zij vestigden zich aan de Maas op een vruchtbare plek, die zij Venlo noemden. De Venlonaren hadden -uit achting voor de stichter van hun stad - Valuas en zijn vrouw vereeuwigd in de vorm van twee reuzenpoppen. Men moest ze derhalve niet als afgodsbeelden zien. Met godsdienst hadden de reuzen niets te maken en ze werden met burgerlijke eer door de bevolking bejegend. Daar kon niemand, ook de bisschop van Roermond niet, iets op tegen hebben.
Omtrent de afkomst van de naam Valuas valt niets met zekerheid te zeggen. Mogelijk was het een verbastering van "Goliath". Vanaf 1650 wordt de reus een enkele keer aangeduid met "Vulluijes" en voor het eerst in 1708 met Valuas. De naam Goliath bleef echter eveneens gehandhaafd.